Een leven met en voor kunst: Ad Timmermans
Het was het jaar 1940 dat Ad Timmermans in Rotterdam werd geboren. De stad waar hij nog steeds zijn atelier heeft om zijn bronzen beelden te kunnen vervaardigen. Verdeeld over een aantal ruimtes is zijn werk in diverse stadia te zien. Vanaf ruwe schetsen tot afgewerkte sculpturen die in een aparte expositieruimte te bewonderen zijn. De bronzen sculpturen zijn het resultaat van een lange carrière via verschillende kunstuitingen.
Het zijn nu vrouwelijke torso’s, al dan niet met vogelkop die hij in verschillende houdingen en afmetingen creëert. Hierbij maakt hij gebruik van de diversiteit van het materiaal. Zo is het metaal bewerkt tot glans of groen gepatineerd, alles tot in de perfectie uitgevoerd. De beelden zijn het resultaat van een lange carrière binnen verschillende kunstvormuitingen. Wel al die tijd met de achterliggende fascinatie voor de natuur: “Hoe kan er uit een zaadje een plant, bloem of boom ontstaan?” of “Wat betekent het veranderen van een rups in een vlinder?”
Ad heeft de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam (monumentale kunst), van 1958 tot 1961, gevolgd. Aanvankelijk heeft hij zich bezig gehouden met de schilderkunst, waarna hij ook groeivormen in bruine gebakken klei is gaan maken. Zijn schilderwerk was in het begin zeer kleurrijk op zowel papier als op canvas in handzame formaten. Vaak uitvergrote natuurbeelden als op uitbarsten staande bloemknoppen. Ook is hij keramiek in combinatie met zeefdruk gaan maken.
Zijn werk is vanaf de zeventiger jaren tentoongesteld in binnen- en buitenland. Zo zijn er stukken te vinden in musea als Museum Boijmans van Beuningen, het Stedelijk Museum Schiedam, Museum Princessehof Leeuwarden, Museum of Modern Art Pennsylvania (USA) en Museum Trondheim in Noorwegen. Naast zijn werk als kunstenaar, was hij tot 1998 ook werkzaam als deeltijd docent in het beeldend onderwijs. In 1999 moest Ad worden geopereerd aan een oogziekte, waardoor het schilderen niet meer ging. Om toch zijn creativiteit te kunnen uiten heeft hij geleerd om bronzen beelden te maken. Herkenbare figuren die toch ook weer niet realistisch zijn te noemen. Menselijke vormen gecombineerd met vleugels en vogelkoppen, zijn vogelgodinnen.
Hij begint met een nieuw beeld door het op een redelijk één-op-één formaat te schetsen in zijn atelier. “Voordat je aan een definitief beeld begint is er een ontwikkeling van een idee. Dat idee maak je door schetsen, die niet hetzelfde zijn als het beeld.” Na de schets begint hij met klei de grove vorm te creëren die hij steeds verder uitwerkt. “Uiteindelijk ontstaat er dan een basisvorm van het beeld dat ik wil maken.” Na het uitwerken van de kleivorm plaatst hij plastic plaatjes om de verschillende delen van de gipskappen te kunnen scheiden. Na de verdere afwerking van het beeld maakt hij mallen van gips om het beeld. Dit moet in een redelijk snel tempo gebeuren om het verharden van het gips voor te blijven. Na het uitharden van het gips is het moment aangebroken om de twee helften van elkaar te scheiden. De twee delen worden vervolgens ingesmeerd met warme was, die vervolgens losgemaakt van het gips weer met een soldeerbout aan elkaar worden gesmolten. Hierdoor heeft het weer het uiterlijk van de kleivorm, met dit verschil dat het beeld hol is. “Dan is het beeld klaar om naar de gieterij te gaan om in brons te worden gegoten.” In de gieterij wordt wasvorm ingeklemd, waarna op hoge temperatuur de was wordt vervangen door het gesmolten metaal. Dit gebeurt als het al eeuwen wordt gedaan door ervaren vaklieden op temperaturen boven de 1100 graden.
Na het gieten moet het beeld verder worden afgewerkt. Met beitel, slijptol en diverse schuurmiddelen komt uiteindelijk het beeld tot leven. Dit vergt echter veel uren noeste arbeid, met onder andere het gebruik van chemicaliën en een brander om de patinetint op delen van het brons te krijgen. Het zeer bewerkelijke deel, het afwerken, doet hij in een aparte ruimte van zijn atelier dat vol ligt met handgereedschap. Het geheel doet dan op deze plek meer denken aan een metaalbewerkingswerkplaats dan aan een atelier, wat een groot verschil is met het schetsen en het in klei creëren van een beeld. Het is als de rups die cocon en daarna vlinder wordt.
Met dank aan Ad Timmermans (www.adtimmermans.com)
Tekst: Wim Uithol